De paragrafen

Paragraaf 2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Wijzigingen risico’s ten opzichte van de jaarrekening 2021
Ten opzichte van de jaarrekening 2021 zijn er een aantal wijzigingen in de risico’s met een risicoscore van 15 of hoger zichtbaar. Zie hiervoor de beschrijving in de vorige paragrafen. De wijzigingen in de overige risico’s worden hieronder toegelicht.

  • Het risico met betrekking tot de herverdeling algemene uitkering is vervallen. De herverdeling hebben we in het saldo van de meerjarenbegroting 2023-2026 verwerkt.
  • Planologische risico Bergerden is nieuw. Bebouwing van onbebouwde, nog niet uit gegeven percelen op Bergerden kan belemmerd worden door de mogelijke aanwezigheid van steenuilen.
  • Het risico voor bodemonderzoek archeologie en NGE is vergroo. Door nieuw grondonderzoek op bouwlocaties kunnen extra kosten ontstaan door archeologische vondsten en/of NGE in bouwgrond.
  • De PFAS en stikstof problematiek is nog altijd relevant en leidt tot vertraging in projecten voor woningbouw en infrastructuur. Ondanks dat er al de nodige woningen zijn gerealiseerd, heeft het gevolgen voor de ambitie van woningbouw.
  • Bij de aanleg van maatschappelijk vastgoed, bedrijventerreinen en woonwijken wordt de nieuwbouw aangesloten op het elektriciteitsnet door Alliander. In april 2022 heeft Alliander aangegeven dat er nog maar beperkt capaciteit is op het net. Hierdoor moeten in de nabije  toekomst keuzes gemaakt worden wie er voorrang krijgt bij de aansluiting. Hierdoor moeten andere projecten wachten op aansluiting en/of ingebruikneming. Dit blijft in 2023 een probleem.
  • Bij de vaststelling van het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs in 2019 zijn alleen de stichtingskosten per project geraamd. De locatie gebonden kosten waren toen nog niet bekend en zijn daarom niet geraamd, maar moeten we wel gaan maken. De beheersmaatregelen zijn beperkt. Een deel van de locatie gebonden kosten valt onder de wettelijke plicht van de gemeente. Deze kunnen we dus niet voorkomen. Een ander deel van deze kosten valt te beheersen door heel kritisch te kijken of ze echt nodig zijn en scherpe bestuurlijke keuzes te maken. Dit vormt in de komende tijd een risico voor de financiering van de vier projecten uit de eerste termijn van het IHP.
  • De Omgevingswet treedt in werking op 1 januari 2023. De wet beoogt onder meer procedures in aantal en omvang te vereenvoudigen. Juridisch is er sprake van een overgangstermijn. In de praktijk betekent dat een transitie naar plannen en procedures volgens de nieuwe wet. Die transitieperiode is nodig voor inwoners, bestuur en organisatie om nieuwe planvormen en procedures zich eigen te maken. Dit is voor transities een normale gang van zaken. In de praktijk zijn niet alle veranderingen in 2023 al doorgevoerd.
  • De landelijke Hervormingsagenda Jeugd wordt eind 2022 opgesteld. Op dat moment komt er ook duidelijkheid over de extra middelen Jeugdhulp die we als gemeente gaan ontvangen. Inclusief de inverdienopdracht die daaraan gekoppeld is. Het is nog onduidelijk met welke maatregelen het Rijk komt in de Hervormingsagenda. Er bestaat een risico dat de door het Rijk ingestelde beheersmaatregelen overeenkomen met de door ons ingezette beheersmaatregelen. Op basis van de nu beschikbare informatie verwachten we op de lange termijn financieel in de knel te komen.

Uit de Monte Carlo simulatie komt een totaal benodigde weerstandscapaciteit van € 7.255.685. Dit is € 2.549.315 lager dan in de jaarrekening 2021. De belangrijkste reden hiervoor is de verwerking van de herverdeling algemene uitkering in de meerjarenbegroting.

Deze pagina is gebouwd op 10/07/2022 16:58:49 met de export van 10/05/2022 12:28:26