Meerjarenbegroting 2023-2026 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Meerjarenperspectief Kaderbrief 2023 | 864 | V | -491 | N | -647 | N | -1.918 | N |
Structurele ontwikkelingen Turap 2022 | -231 | N | -231 | N | -231 | N | -231 | N |
Actualisatie bestaand beleid | ||||||||
Actualisatie personeelskosten | -338 | N | -366 | N | -447 | N | -500 | N |
Kapitaallasten | 455 | V | 498 | V | 843 | V | 702 | V |
WMO-begeleiding | 188 | V | 188 | V | 188 | V | 188 | V |
WMO-hulpmiddelen | -137 | N | -239 | N | -239 | N | -239 | N |
Zorg in natura Jeugd | -51 | N | -51 | N | -51 | N | -51 | N |
Regionale begroting Jeugdzorg | -60 | N | -60 | N | -60 | N | -60 | N |
Rijbewijzen en reisdocumenten | -82 | N | - | V | - | V | - | V |
Areaaluitbreiding onderhoud vastgoed | -65 | N | -65 | N | -65 | N | -65 | N |
Verkiezingen | -20 | N | -20 | N | -107 | N | -107 | N |
Onroerende zaakbelasting | -58 | N | -58 | N | -58 | N | 253 | V |
Leges grafrechten | -35 | N | -35 | N | -35 | N | -35 | N |
Overige personele kosten | -78 | N | -78 | N | -78 | N | -78 | N |
Diversen | -78 | N | -77 | N | -59 | N | -68 | N |
Totaal Actualisatie bestaand beleid | -359 | N | -363 | N | -168 | N | -60 | N |
Jeugdzorg | ||||||||
Extra middelen | - | V | 415 | V | 382 | V | 264 | V |
Hervormingsagenda Jeugd | - | V | - | V | - | V | -727 | N |
Taakstelling hervormingsagenda jeugd | - | V | - | V | - | V | 463 | V |
Totaal Jeugdzorg | - | V | 415 | V | 382 | V | - | V |
Bevriezing opschalingskorting 2026 | - | V | - | V | - | V | 1.373 | V |
Uitwerking Coalitieakkoord | -160 | N | -100 | N | -100 | N | -100 | N |
SALDO Meerjarenbegroting 2023 - 2026 | 115 | V | -769 | N | -763 | N | -935 | N |
Structurele ontwikkelingen Turap 2022
De volgende posten zijn in de tussentijdse rapportage 2022 structureel bijgesteld: Onderhoud wegen € 90.000 (N), verzekering onderwijshuisvesting € 73.600 (N) en geneeskundige behandeling € 67.000 (N). Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de Turap 2022 zelf.
Actualisatie bestaand beleid
Actualisatie personeelskosten
We actualiseren jaarlijks de salarislasten. Daarbij houden we onder andere rekening met verwachtte Cao-afspraken. Door ontwikkelingen in de arbeidsmarkt en de vergrijzing binnen onze organisatie moeten we de personeelskosten ophogen. Ook wij ervaren de gevolgen van krapte op de arbeidsmarkt. We zien dat de arbeidsmobiliteit sterk toeneemt. Het is lastiger om goede medewerkers te vinden en te behouden. Daarbij komt dat er in de komende jaren veel medewerkers door leeftijd uitstromen. Tot nu toe zijn de kosten die hiermee gepaard gaan opgevangen binnen het bestaande personeelsbudget. Dat is niet langer houdbaar. De extra verhoging van personeelskosten bestaat uit de volgende onderdelen:
- Duurzame inzetbaarheid: om medewerkers langer (gezond) voor de organisatie te behouden hebben we een paar jaar geleden het generatiepact ingevoerd zonder hiervoor extra budget beschikbaar te stellen. Deze kosten financieren we tot nu toe uit de salariskosten. Het generatiepact wordt omgezet naar een regeling om de inzetbaarheid van alle medewerkers te verhogen. Hiervoor wordt een structureel budget opgenomen.
- Marktconform belonen: we zien dat we op verschillende fronten niet marktconform belonen (beleid, advies en projecten, management en een aantal ondersteunende functies). De afgelopen jaren is deze scheve situatie opgevangen met het toekennen van arbeidsmarkttoelagen. Deze toelagen worden vanuit het salarisbudget bekostigd en gaan ten koste van formatieruimte. De marktconforme beloning wordt nu structureel in de begroting opgenomen.
Kapitaallasten
Het voordeel komt met name doordat de data van gereedkomen van de onderdelen van het integraal huisvestingsplan onderwijs (IHP) opschuiven naar achteren. Hierdoor vervalt onder andere in 2026 € 740.000 aan lasten. Deze zullen in 2027 terug gaan komen. Bij alle IHP projecten werden geplande fysieke activiteiten regelmatig uitgesteld door wijzigende COVID-19 maatregelen of door ziekte van deelnemers. Daarnaast zijn er verschillende factoren aan te wijzen die binnen de projecten tot vertraging hebben geleid.
WMO-begeleiding
In de Turap 2022 is reeds melding gemaakt van een onderbesteding op de kosten van WMO begeleiding in het jaar 2022. Met name de inzet van het product dagbesteding blijft achter bij de prognose. We weten nog niet precies hoe dit beeld zich verder ontwikkelt, maar wij achten het verantwoord om structureel € 90.000 af te ramen. Daarmee realiseren wij de bezuinigingsopdracht vanuit de taskforce. Verder blijkt de post PGB begeleiding structureel te kunnen worden verlaagd met € 188.000.
WMO-hulpmiddelen
In 2020 hebben we de hulpmiddelen opnieuw aanbesteed. We zijn daarbij van koop naar huur gegaan. De opbrengsten van de verkoop van de hulpmiddelen zijn ondergebracht in de bestemmingsreserve hulpmiddelen. De aanbesteding heeft een marktconforme prijsstijging met zich meegebracht. In de Turap 2022 is melding gemaakt van deze financiële ontwikkelingen. We zijn dan ook genoodzaakt om deze budgetten structureel te verhogen met een bedrag van € 239.000. Voor 2023 kan dit nadelig effect worden gedempt door de inzet van het restantsaldo van de bestemmingsreserve WMO hulpmiddelen ad € 101.800.
Zorg in natura Jeugd
Op basis van de huidige inzichten fluctueren de kosten voor de inzet van maatwerkvoorzieningen Jeugdzorg sterk. De grootste stijging is te zien in de landelijk gespecialiseerde jeugdzorg met intensieve behandeltrajecten. Een structurele verhoging van de budgetten met per saldo € 51.000 afgerond is dan ook noodzakelijk.
Regionale begroting jeugdzorg
Op regionaal niveau wordt samengewerkt om de jeugdzorg op een zo efficiënt mogelijke manier te organiseren. Dit draagt bij aan het beleidsdoel om kinderen en jongeren gezond en veilig te laten opgroeien. Er is in dit kader een regionale begroting 2023 opgesteld ter grootte van € 1.250.000. Ons aandeel in deze begroting is becijferd op afgerond € 135.000. Er was hiervoor al € 75.000 (transformatie Jeugd) structureel in de begroting opgenomen, zodat er nog € 60.000 extra nodig is.
Rijbewijzen en reisdocumenten
Volgens de bijgestelde prognose RDW daalt de uitgifte van rijbewijzen. Daarnaast verwachten we een daling van de legesopbrengst in verband met het experiment Digitaal Aanvragen Rijbewijs. Dit nadeel van € 82.000 vangen we vanaf 2024 op met de stijging van de opbrengsten reisdocumenten. Van 2024 tot en met 2028 verwachten we bij de reisdocumenten namelijk een piek in verband met de verlenging van de geldigheidsduur van de reisdocumenten in 2014 naar 10 jaar.
Areaaluitbreiding onderhoud vastgoed
Er is meer budget nodig voor het onderhoud van vastgoed in verband met de nieuwe turnzaal SGS, het open podium 'Odeon', de nieuwbouw kleedkamers MHC Bemmel 800 en de uitbreiding van het gemeentekantoor.
Verkiezingen
De post verkiezingen is geactualiseerd door rekening te houden met alle verkiezingen die in de komende jaren plaatsvinden. Daarnaast stellen we de ramingen naar boven bij op basis van de werkelijke kosten in voorgaande jaren.
Onroerende zaakbelasting
Jaarlijks wordt de WOZ-waarde van de woningen en niet-woningen geactualiseerd. De WOZ-waarde is voor 2022 uiteindelijk lager uitgekomen dan waar we rekening mee hadden gehouden. Dit zorgt voor een lagere OZB-opbrengst vanaf 2023. De jaarschijf 2026 laat een voordeel zien omdat dit jaar wordt toegevoegd aan de (nieuwe) meerjarenbegroting en hierin de tariefindexering tot uiting komt.
Leges grafrechten
Voor de betaling van het grafrecht kan gekozen worden om jaarlijks te betalen of via een afkoopsom voor de hele looptijd. Wanneer er wordt gekozen voor een afkoopsom wordt deze in de voorziening gestopt. Per jaar valt er een relevant deel vrij in de exploitatie. In het jaar 2022 is deze systematiek niet correct in de begroting vertaald. Dit is in 2023 hersteld. Dit geeft per saldo een nadeel van € 35.000.
Overige personele kosten
Het budget voor de juridische kosten van organisatieontwikkeling is al langer ontoereikend. We stellen het budget bij met € 33.000. Het aantal complexere zaken is toegenomen. Ook complexe(re) regelgeving vraagt vaker specifieke juridische kennis/ondersteuning. Daarnaast leidt langer doorwerken soms tot langere verzuimduur. Hierdoor worden bij het UWV meer WIA-aanvragen gedaan (uitkering voor de periode na de wettelijke loondoorbetalingstermijn). We moeten vaker beslissingen van het UWV aanvechten. Zaken die wij winnen zijn in het voordeel van de werkgever, maar ook van de werknemer.
In verband met de krapte op de arbeidsmarkt is een verhoging van het budget voor werving & selectie met € 45.000 nodig. Dit als gevolg van meer uitgaven voor advertenties, recruitment en diensten voor platforms zoals LinkedIn.
Jeugdzorg
Landelijk is afgesproken dat voor dit jaar de volledige extra middelen voor jeugd mogen worden begroot. Dit onder aftrek van de te realiseren landelijke bezuinigingen op basis van de in het najaar vast te stellen hervormingsagenda. Voor het jaar 2023 zijn de extra jeugdmiddelen opgenomen in de meicirculaire 2022. Op basis hiervan is een inschatting gemaakt voor 2024 tot en met 2026.
De hervormingsagenda loopt van 2022 tot en met 2028 en kent een oplopend bedrag aan bezuinigingen; van 570 miljoen in 2025 naar 961 miljoen in 2026. Dit leidt tot een afname van de binnen de onze begroting opgenomen inkomsten stelpost met € 727.000 (daalt van € 2.339.000 in 2025 naar € 1.612.000 in 2026). Ook in 2027 loopt het bedrag van de hervormingsagenda nog verder op. Dit zorgt vanaf 2027 nog eens voor een verlaging van ons inkomstenbudget met
€ 104.000. In de lijn van de eerder gemaakte afspraken wordt het bedrag van de stijging van de hervormingsagenda in 2026 doorvertaald naar een taakstelling binnen de kosten van jeugd. Dit onder aftrek van de extra toegekende middelen in 2026. De extra jeugdmiddelen over 2024 en 2025 worden ingezet voor een verbetering van de begrotingsresultaten in die jaren. Dit conform het raadsvoorstel betreffende de septembercirculaire 2021.
Bevriezing opschalingskorting 2026
Het bevriezen van de opschalingskorting is in het saldo van de meerjarenbegroting verwerkt tot en met 2025. Het Kabinet gaat er op dit moment nog van uit, dat de opschalingskorting vanaf 2026 weer wordt verrekend binnen de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Dan ontstaat een groot verschil tussen de saldo’s van 2025 en 2026. Vooralsnog gaan we ervan uit dat de opschalingskorting ook in 2026 en volgende jaren wordt bevroren. Of dit ook daadwerkelijk gaat gebeuren is onzeker.
Uitwerking coalitieakkoord
Voor een toelichting op deze post verwijzen wij u naar het onderdeel 'Uitwerking Coalitieakkoord'.